Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Het is dinsdag. Alles verloopt die dag vlotjes en op weg naar huis, gaat Ciska nog even naar de supermarkt voor wat boodschappen.
Wanneer ze de supermarkt binnenkomt loopt ze direct naar de groenteafdeling.
“Ah, lekker asperges.” Daar heeft ze wel zin in.
Ciska staat even te dubben of ze kant en klaar geschilde of verse asperges zal nemen, wanneer een man naast haar opmerkt: “Verse zijn echt lekkerder, hoor!”
Ciska kijkt op en kijkt de man aan. “Je hebt gelijk, maar het is zoveel werk, dat schillen.”
“Maar, echt lekkerder”, herhaalt de man. “En wanneer je de schillen en uiteinden mee kookt, dan kun je van het vocht nog een lekkere vissoep maken.”
“Bedankt voor de tip, maar wat moet ik met een pan soep? Ik ben maar alleen en heb geen zin in 3 dagen vissoep!”
“Ik ben ook alleen!” glimlacht de man. “Misschien vind je het leuk, wanneer we samen de soep maken en dan ook samen opeten.”
Nou dat was nog eens een originele versiertruc!
De man lijkt haar erg aardig en ze blijven nog even staan kletsen. Dan besluit Ciska toch akkoord te gaan met het spontane voorstel.
Ze wisselen telefoonnummers uit en Harry, zoals de man heet, helpt haar mee de ingrediënten voor de vissoep verzamelen.
Er wordt een afspraak voor de volgende dag gemaakt.
Ciska schiet in de lach. Zoiets maak ik weer mee. Maar wel leuk!
Thuisgekomen gaat ze de asperges schillen en koken.
Ze smaken verrukkelijk.
Het kooknat bewaart ze dus voor de volgende dag. De vissoepdag.
Ze is razend benieuwd of dat Harry zijn woord houdt.
De volgende dag doet ze wat taken in huis. Dan krijgt ze een berichtje van Harry.
Hij laat haar via de app weten, dat hij ook nog een gerecht zal bereiden in zijn Slowcooker.
Lamsvlees met rijst en groenten. Dat is een aangename verrassing.
“Ik ben rond 19.00 uur bij jou.”
“Oké!” typt Ciska enigszins verheugd.
Rond half zeven gaat ze de boel voorbereiden. Ze heeft geen eettafel in de woonkamer, dus verhuist ze de kleine keukentafel naar de kleine woonkamer.
Ze dekt hem mooi op, met kaarsjes en al. Dat ziet er gezellig uit.
Het is inmiddels 19.00 uur. Ciska begint alvast aan de soep.
Ze voegt nog wat extra viskruiden toe en dan is de smaak perfect.
Ciska is trots op haar kookkunsten. Vroeger probeerde ze vaak recepten uit, maar nu ze maar alleen eet, is voor haar de lol eraf. Ze geniet van dit onverwachte etentje.
De deurbel gaat en daar is Harry. Een kwartier later, want hij kon het huisje niet goed vinden.
Hij had een man verderop in de straat gevraagd waar het adres was en het bleek dat het een vage kennis via via was. Dus was hij even blijven kletsen.
Maar die beste man wist wel waar ik woonde, dus dat was mooi.
Hij draagt een krat met daarin de slowcooker.
“Kun je die even aansluiten alsjeblieft, dan kan het nog even verder sudderen.” En hij duwt het krat in Ciska haar handen.
Ciska doet wat hij vraagt en installeert de slowcooker op haar aanrecht.
“Wil je wat drinken,” vraagt Ciska.
“Een biertje, als je hebt.”
Dat heeft Ciska, maar ze vindt het wel vreemd dat hij om alcohol vraagt, omdat hij ook nog moet rijden. Maar goed. Eentje kan geen kwaad en zeker niet als er een uitgebreide maaltijd achter aan komt.
“Mag ik binnen roken?”
Ahhh. Dat is een zware tegenvaller. Ze heeft er helemaal niet aan gedacht om te vragen of hij rookte. Ja, dus.
“Graag buiten, want ik rook niet en kan er ook niet tegen,” antwoordt ze bedeesd.
Hij mompelt wat, maar gaat wel naar buiten.
Na een kleine 10 minuten komt hij weer binnen.
Trots laat Ciska hem de vissoep proeven.
Hij trekt een raar gezicht en zegt: “Het smaakt niet zoals hij moet smaken. Heb je iets veranderd aan het recept?”
Enigszins teleurgesteld, sputterde Ciska tegen, dat ze hem toch wel lekker vond. En ja, ze had er een beetje viskruiden aan toegevoegd.
“Dat had je niet moeten, doen, maar vooruit maar!”
Nou, de stemming daalt aanzienlijk. Ciska vindt het eigenlijk al niet meer zo gezellig.
Ze schept de soep op zijn bord en schept ook een bord voor haarzelf op.
De heerlijke soep, brengt haar gelukkig weer in een goede stemming.
Met smaak eet ze haar bord leeg, maar Harry zit alleen maar te praten en heeft amper drie happen van zijn soep gegeten.
Hij vertelt over zijn werk, familie etc. Telkens wanneer Ciska een opmerking maakt die inhaakt op het onderwerp waar hij over spreekt, reageert hij met: “Even wachten, anders ben ik mijn verhaal kwijt.” Dit resulteert dus in een complete monoloog. Er is geen speld tussen te krijgen. Zijn bord met soep blijft onaangeroerd. Het is duidelijk dat hij die niet meer verder gaat eten.
Ciska ruimt af en vraagt hem hoe het met het hoofdgerecht staat..
Hij kijkt op zijn horloge en kondigt aan, dat het al wel klaar moet zijn.
In de keuken gekomen ruikt ze het heerlijke eten.
Ze schept twee borden op en serveert deze in de woonkamer.
Harry had ondertussen nog even een rookpauze gehouden. Ze roept hem met een: “Dinner is served,” binnen.
Ze zetten zich weer aan tafel en Ciska neemt een hapje van de lamsschotel.
Het knarst in haar mond. Wat is dat nu? Jakkes. De rijst was nog niet gaar!
“Sorry Harry, maar de rijst is nog niet gaar.”
“Oh, jawel hoor, dat hoort zo. Dat is normaal bij dit soort rijst.”
Nou ja zeg!
Ciska eet toch maar haar bord leeg, aangezien ze nog best trek had.
Wederom eet hij weinig. Hij blijft maar praten over zichzelf. Dat hij ook als kok had gewerkt.
Ciska dacht: Ja, ja, me hoela. Je bent echt geen chef kok geweest.
Ze voelt zich ongemakkelijk met deze man in haar huis.
“Oh God, hoe krijg ik deze man straks buiten?” bedenkt Ciska zich.
Ze heeft eigenlijk nog nooit een ongewenste gast binnen gehad.
Weer gaat hij een rookpauze nemen. Echt ongezellig hoor.
Het is nu tijd voor het dessert.
“Kom, ik ga je leren hoe je het dessert moet maken. Gekarameliseerde banaan met kaneel” Het dominante mannetje leest het recept voor. Hij is gewoon te lui om het zelf te maken.
Ciska pelt de bananen. “Nu de kaneelstok fijnmalen en deze poeder vermengen met de suiker.”
Hij had allerlei ingrediënten meegenomen, maar i.p.v. kaneelpijpje had hij een kaneelstok meegenomen. Zo eentje die je op de kermis koopt. Nou die krijg je echt niet fijngemalen met een vijzel.
Ciska lacht hem een beetje uit, omdat ie het verkeerde ingrediënt had meegenomen.
Dan begint hij ineens te stamelen en komt haast niet uit zijn woorden.
“Voel je je wel goed, Harry?”. Hij gaat even een luchtje scheppen buiten en komt dan na een paar minuten weer naar binnen. Ciska krijgt argwaan. Zou hij buiten stiekem alcohol uit een zakflesje nuttigen? Het lijkt wel of hij dronken is.
Een wantrouwend gevoel komt naar boven geborreld. Ze heeft al genoeg meegemaakt in haar huwelijk met een alcoholist. Dit wil ze nooit meer. Vandaar haar antipathie tegen drank.
Hij gaat verder met het recept. Maar weer komen er alleen onsamenhangende woorden uit zijn mond. Ze kijkt hem boos aan en wil hem confronteren met zijn drankmisbruik, maar voor Ciska haar mond open kan doen, valt hij tegen de vloer.
Gelukkig was de vloer vrij, want de tafel stond immers in de woonkamer.
Ze schrikt zich wezenloos. Harry trekt grauw weg en maakt stikgeluiden. Paniek slaat om haar hart. Snel pakt ze haar telefoon en belt 112.
“Help, er gaat een man dood in mijn keuken!” gilt ze in paniek door de telefoon.
Dan ineens denkt ze terug aan haar EHBO cursus, die ze ooit gedaan heeft.
Luchtweg vrijmaken en hem in de stabiele zijligging leggen. Maar dan begint hij wild heen en weer te zwaaien met zijn hoofd.
De dame van 112 vraagt de hele tijd wat er precies gebeurt met hem. Ze vraagt ook om zijn persoonlijke gegevens, maar Ciska kan alleen maar vertellen dat hij Harry heet en dat hij uit Alkmaar komt.
Ze hoort de dame denken: Vreemd, dat zij niets van hem weet en dat deze man toch bij haar in huis is.
Ciska legt snel uit van hun ontmoeting. Eigenlijk wel grappig..
Dadelijk zit ze met een onbekend lijk in haar huis. Het lijkt wel een thriller.
“Hij heeft duidelijk een epileptische aanval!” concludeert de dame van 112. “De ambulance is nu dichtbij. Zet u alvast de voordeur open?”
Oké, gelukkig. Niets levensbedreigend dus. Ciska doet nog een kleine houten lepel in zijn mond, zodat hij zijn tong niet af kan bijten en doet wat de dame haar vraagt en zet de voordeur open.
Dan komt Harry bij en in eerste instantie schrikt hij van Ciska, die hem verre van bekend voorkomt.
Ciska herkent dit gedrag. Ze had vroeger een kennis gehad, die ook epilepsie had. Daar had ze ervaren, dat een patiënt soms even een deel kwijt was en dat je hem dan even moest informeren, waar hij was en bij wie. En soms uitleggen wie je bent. En dat doet Ciska nu. Ze vertelt hem wie ze is en waar hij is. Harry is nog wat suf, maar gelukkig komt de kleur langzaam terug in zijn gezicht.
Op dat moment komen de ambulance broeders aan de deur met een brancard.
Ze checken de man en een van de broeders overweegt zelfs om hem niet mee te nemen..
Hij is immers weer bij en er is geen sprake van een levensbedreigende situatie.
Ciska trekt de andere broeder mee de woonkamer in.
“Help me alsjeblieft. Ik voel me echt niet op mijn gemak met deze situatie en deze man. Dadelijk krijgt hij nog een aanval! Ik ken die man maar net twee dagen. Ik wil echt graag dat je hem meeneemt,” overtuigt Ciska de broeder.
Omdat Harry zelf niet kan bevestigen dat hij aan epilepsie lijdt en volgens hem dit nog nooit eerder had meegemaakt, nemen ze hem toch mee voor verder onderzoek.
Harry wordt ingeladen en de ambulance vertrekt.
Ciska slaat met een diepe zucht van verlichting de voordeur dicht.
“Zo, daar ben ik vanaf,” en omhoog kijkend, “Volgende keer hoeft het niet op zo’n rigoureuze manier hoor, God!”
Ze ruimt de tafel af en wast de boel af. Zet alle spullen van Harry in het hoekje van de keuken en gaat naar bed.
Die nacht belt Harry haar wakker: “Het gaat goed met mij, maar ze houden mij nog een paar dagen in het ziekenhuis voor verder onderzoek. Nog bedankt! Zonder jou, had ik nooit geweten, dat ik epilepsie heb.”
Nou dat was dan wel weer aardig. Had deze ontmoeting toch een doel.
Een paar dagen later krijgt ze een berichtje van Harry, dat hij naar huis mag.
De auto van Harry was de dag ervoor al opgehaald, want bij thuiskomst van de Salsa avond stond de auto er niet meer.
Ze zet de spullen van Harry in haar auto en stuurt een berichtje dat hij deze bij de winkel op kan komen halen.
Zo gezegd zo gedaan.
Wanneer Harry de spullen op komt halen vraagt hij Ciska of hij nog een keer met haar af kan spreken.
Ciska probeert het hem zo tactvol mogelijk te zeggen, dat ze toch niet zo’n klik met hem heeft. Dus: “Nee, dank je wel. Ik wens je het allerbeste en een goede gezondheid.”
“Oké, jammer!”
Nou, echt niet dus.